Antipestbeleid
Waarom een antipestbeleid?
Wanneer we in de media lezen en horen dat volwassenen op latere leeftijd soms nog psychische hulp (moeten) zoeken omwille van pestgedrag in hun kinder / jongerentijd, dan kunnen we niet anders dan hier zorgvuldig aandacht besteden.
- Pesten is een fenomeen dat helaas in alle milieus en omgevingen voorkomt. Bovendien is het soms moeilijk vast te stellen (het gebeurt zeer geniepig) waardoor het lang kan doorgaan en de gevolgen voor het slachtoffer niet mogen onderschat worden.
- De bedoeling van dit beleidsplan is proberen pesten in onze school te weren. Bovendien willen we alle kinderen sensibiliseren en hen bewust laten worden van wat pesten is en wat het teweeg brengt bij het zowel het gepeste kind als bij de pester en ook welke rol ‘meelopers’ hierin kunnen spelen.
- Verderop volgt hoe we dit willen aanpakken. We zijn er ons van bewust dat we in de eerste plaats preventief moeten proberen werken (creëren van een veilig schoolklimaat), maar ook repressie zal soms nodig blijken (zinvolle straffen zoeken).
Voor een duidelijk begrip:
- Wat is plagen?
Plagen is iets dat onbezonnen of spontaan kan gebeuren. Het is onschuldig en is bedoeld om eens te lachen. Wie plaagt heeft geen foute bijbedoelingen. Bij plagen is het belangrijk dat het niet vaak gebeurt en vooral niet systematisch, maar af en toe en dus onregelmatig. Plagen is soms plezierig maar kan ook kwetsend zijn. Plagen kan soms een manier zijn om te testen wie gevoelig is voor pesterijen. - Wat is pesten?
Pesten is een verschijnsel dat zich op verschillende manieren kan vertonen. Zoals hierboven reeds gemeld is het iets dat weerkeert en herhaaldelijk gebeurt.
Het kan gaan van kleine dingen doen (fysiek : bv. duwen, trekken, slaan, spulletjes verstoppen, uitsluiten, iets kapot maken) tot dingen zeggen (verbaal : bv. schelden, belachelijk maken, gemene dingen zeggen, leugens verspreiden,..)
Het kan uitgaan van een groepje kinderen naar één kind, het kan uitgaan van één kind naar een ander kind. - Wie is het slachtoffer?
Het slachtoffer is vaak een kind dat onzeker is. Dit kind denkt vlug dat anderen hem/haar wel zullen uitlachen. Het kind geraakt vlug geëmotioneerd en kan die emoties dikwijls niet goed sturen (huilen, roepen, …)
De gevolgen van pesten zijn nooit positief ! Het gepeste kind wordt nog onzekerder, angstiger en dit kan zich uiten in fysieke verschijnselen (hoofd- en/of buikpijn, rusteloosheid, prikkelbaarheid,…). Op den duur weet het gepeste kind niet meer hoe zich te gedragen tegenover de pester : de pester vindt wel altijd een reden om alles af te keuren of belachelijk te maken, wat het gepeste kind ook probeert om de pester te ‘sussen’ of ‘tevreden te stellen’. - Wie is de pester?
De pester voelt zich waarschijnlijk eveneens niet goed in zijn vel. Hij wil aandacht krijgen of goed liggen in de groep, maar pakt dit wel op een totaal verkeerde manier aan. Door zijn pestgedrag krijgt hij aandacht, alleen is dit meestal negatieve aandacht. Ook voor de pester moeten we hulp bieden: luisterbereidheid tonen en met hem op zoek gaan naar manieren om positieve aandacht te krijgen.(def. checken ifv sociologen-ouders)
Onze preventieve aanpak:
- Veilig klimaat
Het is van belang dat alle kinderen weten dat pesten niet geduld wordt op school. Ook weten ze dat ze steeds terecht kunnen bij leerkracht en/of directie wanneer ze zich gepest voelen. Dit beleid geeft de mogelijke ‘slachtoffers’ een veilig gevoel : ze worden gehoord, en anderzijds weet de pester dat zijn gedrag niet geduld wordt en dat er dus een passend gevolg aan gegeven zal worden. - Weerbaarheid van de kinderen
Een belangrijk onderdeel van het vermijden of verhinderen van pestgedrag, is zorgen dat kinderen weerbaar zijn. Het is belangrijk dat ze leren hoe ze voor zichzelf kunnen opkomen en hoe ze dit op een vriendelijke, doch kordate manier kunnen doen. - Betrokkenheid ouders
Ouders spelen hierin ook een rol : zij zijn de eersten die signalen kunnen oppikken die hun kind uitzendt, zowel wanneer hun kind slachtoffer is, dan wanneer het zich als pester gedraagt.
Zij kunnen adequaat reageren door de signalen in alle rust met hun kind te bespreken. Hen laten voelen dat ze luisteren, maar hen ook helpen in eerste instantie het verschil te zien tussen ‘plagen’ (occasioneel) en ‘pesten’ (systematisch).
Kinderen sussen met de melding : ‘ik zal dat kind wel even aanpakken’, of ‘ik zal wel eens bellen met de ouders’, heeft dikwijls een omgekeerd resultaat. Bovendien kan een ouder een ander kind op de school of op de speelplaats nooit berispen.
Wat zeker moet gebeuren is de school op de hoogte brengen : in eerste instantie de klasleerkracht, daarna de zorgcoördinator en/of de directie.
Het is immers zo dat kinderen thuis signalen uitsturen die ze op school zorgvuldig verbergen. Dan is een wisselwerking tussen ouders en school onontbeerlijk. Hierin hebben ouders zeker ook hun deel van de verantwoordelijkheid. - Acties ter preventie
Wij doen op onze school heel wat om pesten te voorkomen en om een veilig klimaat te creëren. - De leerkrachten werken maandelijks met een aandachtspuntje rond sociale vaardigheden waarbij we positief gedrag stimuleren en in de kijker zetten : eerlijkheid, respect, verbondenheid, vertrouwen, verdraagzaamheid,…
- Er wordt ook respectvolle taal naar kinderen en naar elkaar toe gebruikt. Ook lichaamstaal krijgt hierbij aandacht !
- Leerkrachten hebben een voorbeeldfunctie en zullen dus steeds respectvol met elkaar en met de kinderen communiceren.
- De zorgcoördinator is vertrouwenspersoon voor kinderen die nood hebben aan een goed gesprek.
- We organiseren specifieke acties (antipestweek, thema doorheen het schooljaar,…) waarbij de waarden uit ons pedagogisch project extra in de kijker worden gezet.
- Tijdens de speeltijden organiseren we verscheidene activiteiten, onder andere het aanbieden van speelkoffers, sportactiviteiten, speeltuigen, 1ste graad gaat spelen op de kleuterspeelplaats, rustige middagactiviteiten voor de 2de en 3de graad, …
- Klasoverschrijdende activiteiten zorgen ervoor dat leerlingen zorg leren dragen voor elkaar (gezond ontbijt, carnaval, kleuters helpen bij jassen, projectweken,…)
- Bij speciale acties rond pesten wordt ook aandacht gegeven aan de groep ‘meelopers, volgers’ : ook zij spelen een belangrijke rol en kunnen helpen om het pesten geen kans te geven.
- Regelmatig volgen leerkrachten navormingen i.v.m. omgaan met storend gedrag en hoe ze dit positief kunnen ombuigen. Op die manier verhogen we constant onze professionaliteit op dit gebied.
- Er kunnen ook klasgespreken gehouden worden over wat pesten nu juist is en hoe je er op kan reageren.
Toch gepest ?
Zoals we hierboven reeds vermeldden, is pesten heel moeilijk volledig uit te sluiten.
Wanneer het toch voorkomt, wordt er zeer ‘kort op de bal’ gespeeld.
- Vaak praten kinderen niet over het pestgedrag thuis. Dat kan zijn omdat:
- Ze zich schamen omdat het bij hen gebeurt.
- Ze vrezen dat wanneer hun Dat ouders met de school gaan praten, het pesten erger zal worden.
- Voor het kind is het een probleem dat nooit kan opgelost worden.
- Het gepeste kind ziet zichzelf ook vaak als ‘oorzaak’ : ‘had ik maar niet zo’n stomme bril’, of ‘waarom kan ik niet zo’n leuke mopjes vertellen’ …
- Luisterbereidheid:
We luisteren eerst en vooral begripvol naar de kinderen, zowel naar het gepeste kind, maar ook naar de pester. We proberen te achterhalen vanwaar het conflict komt. Hiervoor maken we ruim de tijd. Indien het niet opgelost geraakt op bv. de speelplaats, wordt het gesprek verder opgenomen in de klas. De klasleerkracht wordt sowieso van het voorval op de hoogte gebracht en zal het nog verder uitdiepen en bespreken. - Veilig klimaat (school-thuis)
Ook hierbij spelen de ouders een rol. Het is belangrijk dat zij weten dat er op school gereageerd zal worden als hun kind iets komt vertellen. Zo kunnen zij hun kind, indien het slachtoffer is van pesterijen, aansporen om contact op te nemen met de leerkracht, indien ze dat op het ogenblik van het conflict zelf niet durven of gedurfd hebben. - We hebben je gehoord
Zowel voor het gepeste kind als voor het pestende kind is het belangrijk te weten dat ze gehoord worden, dat er geluisterd wordt naar hen. Beide kinderen verdienen aandacht en het is daarbij belangrijk om onze eerste gevoelens van boosheid en frustraties naar het pestende kind toe opzij te zetten en ook naar het pestende kind begripvol proberen te luisteren. Wat niet inhoudt dat hij/zij op aanvaarding van het pestgedrag moet/kan rekenen natuurlijk.
De repressieve-herstellende aanpak
- Leefregels/schoolreglement
De kinderen krijgen bij het begin van het schooljaar de leefregels (zie schoolreglement) die op school gelden. Daarin staat welk gedrag er van hen wordt verwacht en wat niet kan/mag op school. Deze leefregels worden in de klas besproken en de leerlingen ondertekenen de leefregels voor akkoord.
Er wordt dus zeker steeds verwezen naar deze leefregels wanneer zich een (pest)conflict voordoet. - Bespreekbaar maken
Het pestgedrag wordt in de klas besproken en, indien nodig, wordt een ‘plan van aanpak’ voor de klas opgemaakt dat door alle kinderen gekend is en moet worden nageleefd. Ook de collega’s van het personeelsteam worden hiervan op de hoogte gebracht. - Ze staan er niet alleen voor
Hierdoor helpen we kinderen om samen conflicten te leren oplossen, door verantwoordelijkheid voor elkaar te aanvaarden en op te nemen. Ook hier is het belangrijk dat beide partijen ervaren dat ze niet in de kou staan en dat ze op de leerkracht kunnen rekenen om tot een oplossing en/of goede afspraak te kunnen komen. - Naar ouders toe kenbaar maken
Indien dit niet helpt en het pestgedrag duurt voort, wordt er een nota in de agenda geschreven of een briefje meegegeven om de ouders van het pestgedrag op de hoogte te stellen. Dit kan op zich al bewustmakend werken voor de pester : zijn pestgedrag is niet vrijblijvend ! - Straf/sanctie
Indien het om een hardnekkig pestgedrag gaat, dat ook niet overgaat na de nota in de agenda, kan er een sanctie worden besproken met het kind en de ouders.
Algemene regels zijn moeilijk voorop te stellen, elk pestgedrag is anders. Toch zoeken we dan naar een zinvolle sanctie waarbij de pester vooral bewust wordt van de gevolgen van zijn/haar pestgedrag.
Mijn kind wordt gepest! Wat kan ik doen?
Luister in eerste instantie naar uw kind, zoek met hem/haar wat de kern van het probleem is en meldt dit dan aan de school. Pas wanneer we samen, als school en als ouders, zoeken naar een manier om dit pestgedrag aan te pakken, kan er verandering komen.
Je kan eventueel via de zorgcoördinator of via het CLB doorverwijsadressen vragen indien je van mening bent dat je kind meer nodig heeft als ondersteuning, dan de aanpak op school en thuis.
Tot slot.
Vanuit ons pedagogisch project willen we blijven werken aan de totale persoonsontwikkeling van elk kind dat ons wordt toevertrouwd.
Niemand wil graag slachtoffer worden van pestgedrag, niet als kind, niet als volwassene. Daarom willen wij blijven werken aan de bewustmaking bij jonge kinderen dat pestgedrag niet kan en dat we, samen met de kinderen, willen werken aan een fijne school waar plaats is voor iedereen en waar iedereen zich volledig kan ontplooien en rustig opgroeien tot een fijne volwassene.